In het regeerakkoord dat de verschillende partijen hebben gesloten wordt in oplopende fasen vanaf 2022 structureel 50 miljoen per jaar vrijgemaakt voor de handhavingsketen van de Inspectie van SZW. Diverse scenario’s zijn uitgewerkt waarmee de Inspectie aan het parlement heeft aangegeven welke inzet met welk budget mogelijk is.
“De Inspectie wordt dus fors versterkt”, reageert inspecteur-generaal Marc Kuipers. “De handhavingsketen wordt hiermee in staat gesteld beter toezicht te houden op het wettelijk minimumloon en intensiever schijnconstructies, onveilige en ongezonde arbeidsomstandigheden en uitbuiting tegen te gaan.”
Het ICF identificeert vier punten die vragen om, zoals het rapport ‘Werken met effect’ dit noemt, een (politieke) keuze over de beleidsmatige norm. Dit betreft:
- Arbeidsomstandigheden: de balans tussen ongevalsonderzoek en actieve programmering;
- Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo): de mate van gezamenlijk inspecteren met Brzo-partners;
- Intelligencegestuurd werken: de mate van gezamenlijke risicoanalyse met andere bedrijveninspecties en toezichthouders;
- Arbeidsuitbuiting/eerlijk werk: de intensiteit van de aanpak van uitbuiting, onderbetaling en andere arbeidsmarktfraude.
Het ICF laat zien waar maatschappelijke risico’s op het terrein van SZW zitten. De toegenomen arbeidsmigratie en de druk op de loonkosten leiden tot risico’s op het terrein van ‘eerlijk werk’, bijvoorbeeld op het terrein van arbeidsuitbuiting en de uitzendsector. Het toegenomen aantal bedrijfsongevallen en de aandacht die de Inspectie daaraan moet geven, leiden ertoe dat de uitvoering van de programma’s op het terrein van gezond en veilig werken onder druk zijn komen te staan. Zoals op het terrein van Brzo, arbozorg, gevaarlijke stoffen in relatie tot beroepsziekten en psychosociale arbeidsbelasting.
De komende jaren wordt het budget voor de handhavingsketen van de Inspectie fasegewijs vergroot:
2018 – 13 miljoen
2019 – 25 miljoen
2020 – 31 miljoen
2021 – 38 miljoen
2022 – 50 miljoen